Warme en koude kleuren

Wanneer we van warme of koude kleuren spreekt, bedoelen we meestal de toon, niet de helderheid of verzadiging. Wanneer u de kleurencirkel tussen geel en geelgroen aan de bovenkant en tussen roodviolet en violet aan de onderkant halveert, dan zult u in de rechterhelft van de cirkel, rondom het oranje, warme tonen vinden, en de andere helft rondom het blauw koude kleuren. De benaming "koude en warme kleuren" vloeit voort uit associaties die verband houden met deze kleuren. Zitten wij bijvoorbeeld in een kamer met blauwe muren, dan zullen wij het eerder koud hebben dan in een kamer vol rode en oranje tonen. Daarvoor zijn er duidelijke oorzaken aan te wijzen. Vanuit onze ervaringen zijn rood, geel en oranje verwant aan vuur, dus aan warmte. Diep koud water heeft daarentegen een blauwe tot groene kleur. IJs is blauwachtig, dus associëren we die kleur met kou. Er bestaan natuurlijk ook kleuren die niet zonder meer koud of warm aandoen, maar eerder neutraal, bijvoorbeeld rood violet en geelgroen. De warme of koude eigenschap van een kleur is niet altijd eenduidig. Zo bestaat er wel degelijk een warm groen, als dat namelijk veel geel bevat; net zo goed als er een kil soort rood ontstaat door menging met blauw. Over het algemeen kan men zeggen dat de toon door menging met geel warmer en door menging met blauw kouder wordt.

Theoretisch zijn wit, zwart en alle neutrale grijstonen geen echte kleuren. Ze ontberen namelijk twee kleureigenschappen: toon en verzadiging. Kennis over kleuren aan de hand van de kleurencirkel alleen is onvoldoende. Men moet ook in staat zijn de kleuren in de natuur en in de schilderkunst te onderkennen. Sommige dingen die men wil schilderen, vereisen een warme kleur, andere krijgen pas hun geheel eigen effect als men ze met koude kleuren schildert. Je kunt kleur vergelijken met muziek. Muziek is niets als er maar 1 noot in staat, maar als je meerdere noten hebt kun je een harmonie maken.



Copyright AHB   |   Alle rechten voorbehouden